pikkie
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- pik·kie
Woordherkomst en -opbouw
- afleiding van pik
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pikkie | pikkies |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het pikkie o
- (informeel) kleine jongen
- ▸ Lars is heel volwassen voor een pas 19-jarig pikkie.[1]
- ▸ "Hé pikkie!" Met die woorden begroet Rafael van der Vaart doorgaans zijn maatje Wesley Sneijder. De twee rasvoetballers groeiden op bij Ajax en speelden samen maar liefst 69 keer in het Nederlands elftal.[2]
- ▸ "Toen was het nog een jong pikkie, dat net bij de selectie kwam", herinnert Tjerk Smeets zich. "Voor het WK werd hij als bankspeler toegevoegd, maar hij kon toen wel de titel 'wereldkampioen' achter zijn naam zetten en werd benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau."[3]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord pikkie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Max Caldas“Internationals zonder interlands dromen van Rio” (30-10-2015), NOS
- ↑ Weblink bron “'Voetballen met het brutale ventje Sneijder was magie'” (05-09-2018), NOS
- ↑ Weblink bron “Bogaerts is megacontract waard: 'Beste korte stop die er te vinden is'” (01-04-2019), NOS