peun

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • peun
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord peun peunen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de peunm

  1. een zwaar, lastig karwei
  2. het opzettelijk doen belanden van een hand of een voorwerp op iemand
  3. (voetbal) een harde trap tegen de bal bij voetbal
Synoniemen

Werkwoord

vervoeging van
peunen

peun

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van peunen
    • Ik peun. 
  2. gebiedende wijs van peunen
    • Peun! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van peunen
    • Peun je? 

Gangbaarheid

Verwijzingen