personeelsuitbuiting

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • per·so·neels·uit·bui·ting
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord personeelsuitbuiting -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de personeelsuitbuitingv

  1. (financieel) het verschijnsel dat mensen in dienstverband inspanningen moeten verrichten waar verhoudingsgewijs een te lage beloning tegenover staat
    • Achter de idyllische wereld van riviercruises gaat veel personeelsuitbuiting schuil. [1]
    • De wetten des lands hebben nog geen beperking van de arbeidstijden in den binnenvaart vastgesteld. De wetten van redelijkheid en menschelijkheid spreken dus niet mee en in den sleepdienst voor de stad geldt slechts één wet: de wet van de concurrentie, de winzucht, de personeelsuitbuiting. [2]

Gangbaarheid

Verwijzingen