pepino
Uiterlijk
- (IPA in voorbereiding)
- pe·pi·no
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pepino | pepino's |
verkleinwoord |
pepino
- (bloemplanten) (groente) Solanum muricatum een plant uit de nachtschadefamilie (Solanaceae ). De vrucht wordt ook wel appelmeloen of meloenpeer genoemd. De plant is overblijvend, aan de basis verhout, slap, vaak liggend en wordt tot 1 m lang. De afwisselend geplaatste bladeren kunnen ongedeeld ovaal-lancetvormig zijn of uit drie tot zeven lobben bestaan en zijn variabel van grootte. De bloemen groeien in trossen in de bladoksels. In open toestand zijn de bloemen 3–4 cm breed en bestaan uit vijf blauwe en/of witte kroonbladeren
- Het woord 'pepino' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- [1] pepino op Wikidata
enkelvoud | meervoud |
---|---|
pepino | pepinos |
pepino m
- (groente), (plantkunde) augurk, komkommer
- pe·pi·no
enkelvoud | meervoud |
---|---|
pepino | pepinos |
pepino m
- (groente), (plantkunde) augurk, komkommer
- pepino in: Diccionario de la lengua española, 23e druk, op website: Real academia española
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 6
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Bloemplanten in het Nederlands
- Groente in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal
- Woorden in het Portugees
- Woorden in het Portugees van lengte 6
- Zelfstandig naamwoord in het Portugees
- Groente in het Portugees
- Plantkunde in het Portugees
- Woorden in het Spaans
- Woorden in het Spaans van lengte 6
- Woorden in het Spaans met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Spaans
- Groente in het Spaans
- Plantkunde in het Spaans