penaten

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pe·na·ten
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord - penaten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

penaten mv

  1. (religie) beschermende huisgoden bij de Romeinen
Vertalingen

Gangbaarheid

18 % van de Nederlanders;
32 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen