pasfoto
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- pas·fo·to
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van pas en foto
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pasfoto | pasfoto's |
verkleinwoord | pasfotootje | pasfotootjes |
Zelfstandig naamwoord
- klein fotootje nodig voor een legitimatiebewijs
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord pasfoto staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "pasfoto" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be