Naar inhoud springen

paniekerig

Uit WikiWoordenboek
Versie door MarcoSwart (overleg | bijdragen) op 18 mei 2017 om 13:16 (top: prevalentie-informatie met AWB)
  • pa·nie·ke·rig
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen paniekerig paniekeriger paniekerigst
verbogen paniekerige paniekerigere paniekerigste
partitief paniekerigs paniekerigers -

paniekerig

  1. te angstig en te bang
    • De paniekerige man zaaide veel angst bij zijn buren. 
  2. door angst niet meer weten wat je moet doen
    • De paniekerige man begon als een kip zonder kop rond te rennen toen hij de klap hoorde. 
99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be