Naar inhoud springen

paniek

Uit WikiWoordenboek
  • pa·niek
  • van Frans panique, een eponiem dat verwijst naar de Griekse god Pan op Wikipedia (nl), die mensen met vreemde geluiden aan het schrikken maakte; in de betekenis van ‘schrik’ voor het eerst aangetroffen in 1872 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord paniek panieken
verkleinwoord paniekje paniekjes

de paniekv

  1. plotselinge hevige schrik voor een echt of vermeend gevaar
     Hij zucht en steunt en dan brult hij. Paniek maakt zich van hem meester. Hij voelt tranen opwellen, slaat met zijn vuist tegen de muur van leem.[3]
     De tropische storm Bonnie die Aruba, Bonaire en Curaçao mogelijk zal treffen, komt waarschijnlijk niet woensdagavond maar al in de middag (plaatselijke tijd) aan land op de eilanden. Dat zegt het Caribbean Weather Center (CWC) woensdag tegen NU.nl. Daardoor is op het eiland paniek ontstaan onder de inwoners.[4]
100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[5]