paille

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  paille    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈpɑjə / (2 lettergrepen)

Woordafbreking

• pail·le

Woordherkomst en -opbouw

• van Frans paille

	stellend
onverbogen	paille
verbogen
partitief	pailles

Bijvoeglijk naamwoord

paille

1. strogeel

Gangbaarheid

• Het woord paille staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Frans

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: /paj/, /pɑj/

enkelvoud		meervoud
zonder lidwoord	met lidwoord	zonder lidwoord	met lidwoord
paille	la paille	pailles	les pailles

Zelfstandig naamwoord

paille v

1. stro
2. rietje

Afgeleide begrippen

• empailler

enkelvoud		meervoud
zonder lidwoord	met lidwoord	zonder lidwoord	met lidwoord
paille	le paille	pailles	les pailles

Zelfstandig naamwoord

paille m

1. (spreektaal) persoon, individu

   «C’était qui le paille avec qui tu causais?»

   Wie was dat, met wie je stond te praten?