Naar inhoud springen

paarden

Uit WikiWoordenboek
  • paar·den

de paardenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord paard
     Toen ik aankwam bij het vuurtje zag ik tot mijn verbazing twee paarden aan een lang touw grazen, met verder niemand in de buurt.[1]
vervoeging van
paren

paarden

  1. meervoud verleden tijd van paren
    • Wij paarden. 
    • Jullie paarden. 
    • Zij paarden. 
  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia