paardenstaart

Uit WikiWoordenboek
[2] Een paardenstaart.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • paar·den·staart
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord paardenstaart paardenstaarten
verkleinwoord paardenstaartje paardenstaartjes

Zelfstandig naamwoord

de paardenstaartm

  1. (varens) Equisetum op Wikispecies sporenplant in de paardenstaartenfamilie Equisetaceae op Wikispecies
    • De meeste paardenstaarten zijn lage gewassen. 
  2. haardracht waarbij het haar op het achterhoofd in een bundel wordt samengebonden
    • Met een elastiekje bond ze haar haar in een paardenstaart. 
  3. (zoötomie) staart van een paard
    • Ik moest niezen door die paardenstaart die in m'n gezicht zwiepte. 
  4. (anatomie) benaming voor de grote bundel zenuwen onderaan de rug die zijn verbonden met de benen en de organen in het onderlichaam
Synoniemen
Hyponiemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be