oud-inwoner
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: oud-inwoner (hulp, bestand)
Woordafbreking
- oud-in·wo·ner
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van oud bn "voormalig" en inwoner zn , volgens spellingregel 6.I geschreven met een koppelteken
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | oud-inwoner | oud-inwoners |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de oud-inwoner m
- voormalig inwoner
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord oud-inwoner staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.