opprikkelateur
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: opprikkelateur (hulp, bestand)
- IPA: / ɔˌprɪkəlaˈtør / (5 lettergrepen)
Woordafbreking
- op·prik·ke·la·teur
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van op bw en prikkelateur zn , naar het voorbeeld van opprikken ww
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | opprikkelateur | opprikkelateurs |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het opprikkelateur o
- (beroep) gepensioneerde spoorwegbeambte die met een prikstok (zwerf)afval langs het spoor opruimt.
- ▸ Met de treinen verlaten ook heel wat kartonnen bekertjes Driebergen. Die belanden kilometers ver op de spoorbaan en leveren daar dagelijks werk voor de opprikkelateur, een gepensioneerde spoorwegbeambte die dapper standhoudt in de voortdurende bekercompetitie met de slordige drinkers.[1]
Synoniemen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord 'opprikkelateur' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Koffieverkoop aan treinreizigers in: Polygoon journaal, 1959 Dragernummer: WEEKNUMMER591-HRE0000CAA2 (26 februari 1959)
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 14
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 5 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Beroep in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal