opleiden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- op·lei·den
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van op en leiden
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
opleiden |
leidde op |
opgeleid |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
opleiden
- overgankelijk kennis en vaardigheid bijbrengen
- De soldaten worden opgeleid om tactische aanvallen uit te voeren.
- ▸ Want de arbeidersmeerderheid had het probleem dat ze geen opgeleide mensen hadden voor alle bureaucratische en politieke posten.[1]
Vertalingen
1. kennis en vaardigheid bijbrengen
Gangbaarheid
- Het woord opleiden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "opleiden" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Tussen rood en zwart” (2014), Uitgeverij Prometheus, ISBN 9789044625691
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Scheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %