opklaring
Uiterlijk
- op·kla·ring
- Naamwoord van handeling van opklaren met het achtervoegsel -ing.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | opklaring | opklaringen |
verkleinwoord | opklarinkje | opklarinkjes |
de opklaring v
- het wegtrekken van de bewolking
- Het wordt regenachtig, maar in de middag zullen er enkele opklaringen zijn.
1. het wegtrekken van de bewolking
- Het woord opklaring staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "opklaring" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be