ophanden

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • op·han·den
Woordherkomst en -opbouw

Bijwoord

ophanden [2]

  1. binnenkort te verwachten
    • Bannon kreeg onder meer te horen dat hij alle relevante documentatie moet bewaren vanwege "ophanden zijnde" juridische stappen. Hij zou zich volgens de advocaat schuldig hebben gemaakt aan laster. [3] 
    • GroenLinks-leider Jesse Klaver vond het ‘doodeng’ om vorig jaar voor het eerst zijn Marokkaanse vader te ontmoeten. "Ik voelde me ook een verrader naar mijn moeder toe." Klavers moeder overleed eerder in 2017. Zij wist voor haar dood al dat een ontmoeting ophanden was, maar ‘vond dat heel heftig’. "Al had ze me er nooit van weerhouden." [4] 
    • Waar de Amerikaanse president gisteren stellig twitterde over een ophanden zijnde raketaanval, plaatst hij nu zelf het bericht dat het nog wel een tijdje kan duren voordat de Verenigde Staten daadwerkelijk tot actie overgaan. [5] 
Synoniemen
Typische woordcombinaties
  • ophanden zijn

Gangbaarheid

92 % van de Nederlanders;
70 % van de Vlamingen.[6]

Verwijzingen