onverstoord

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  onverstoord    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• on·ver·stoord

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	onverstoord	onverstoorder	onverstoordst
verbogen	onverstoorde	onverstoordere	onverstoordste
partitief	onverstoords	onverstoorders	-

Woordherkomst en -opbouw

• afleiding van verstoord met het voorvoegsel on-

Bijvoeglijk naamwoord

onverstoord

1. kalm en rustig

   ▸ De rendieren bleven vrij onverstoord grazen, we naderden tot op een meter of twintig.

   ▸ Onverstoord had Cambuur inmiddels de touwtjes in handen genomen tegen de hekkensluiter, met kort na rust al een veilige marge op het bord.

Synoniemen

• ongeroerd, kalm, rustig

Antoniemen

• zenuwachtig

Vertalingen

    1. kalm en rustig   

Engels: uninterrupted (en),

Gangbaarheid

• Het woord onverstoord staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.