omruiling

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • om·rui·ling
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord omruiling omruilingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de omruilingv

  1. het iets wat je gekocht hebt maar niet kunt gebruiken, omwisselen voor een product was je wel kunt gebruiken
    • Een groep aandeelhouders van was- en voedingsmiddelenbedrijf Unilever is naar de Ondernemingskamer van het gerechtshof in Amsterdam gestapt omdat ze het niet eens zijn met een plan tot omruiling van aandelen. [1] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

87 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Reformatorisch Dagblad 13-07-2004 Beleggers dagen Unilever om aandelenruil
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be