omkoping

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • om·ko·ping
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord omkoping omkopingen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de omkopingv

  1. iemand met behulp van steekpenningen, geschenken e.d. overhalen om van zijn plicht, partij, overtuiging te verzaken
    • Arrestaties na omkopingen in voetbalwereld. De verdachten vormen samen een bende die wordt verdacht van het manipuleren van voetbalwedstrijden. 
     We hebben de titel 'omkoping en corruptie' veranderd in 'omkoping' omdat dat taaltechnisch duidelijker is."[1]
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron “FIFA bant woord 'corruptie' uit ethisch reglement” (14-08-2018), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be