objective

Uit WikiWoordenboek

Engels

Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
objective more objective most objective

Bijvoeglijk naamwoord

objective

  1.  objectief bn 
  2. (grammatica) voorwerpelijk, waar de handeling van een werkwoord op gericht is (gezegd over een naamwoord)
Antoniemen
enkelvoud meervoud
objective objectives

Zelfstandig naamwoord

objective

  1. doelstelling
  2. (militair) doelwit, gewenste uitkomst van een actie
  3. (optica)  objectief zn , lens die het dichtst bij het bekeken voorwerp is
  4. (grammatica) voorwerp van een werkwoord, datgene waar de handeling op gericht is
  5. (grammatica) voorwerpsvorm van een naamwoord
  6. (filosofie) voorwerp uit de werkelijkheid

Gangbaarheid

100 % van de Amerikanen;
100 % van de Britten.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 30 september 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 18 februari 2020 “Measures of word prevalence for 61,800 English words” op ugent.be


Frans

Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
  •  objectif bn  met de uitgang -e, waarbij de slotmedeklinker weer stemhebbend wordt

Bijvoeglijk naamwoord

objective

  1. vrouwelijk enkelvoud van objectif