notering
Uiterlijk
- no·te·ring
- Naamwoord van handeling van noteren met het achtervoegsel -ing[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | notering | noteringen |
verkleinwoord | noterinkje | noterinkjes |
de notering v
- het noteren (opschrijven)
- prijsbepaling (van effecten, aandelen en andere waardepapieren)
- Krijg de notering!, riep de door stress geplaagde beurshandelaar
1.
- Het woord notering staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "notering" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be