noodrem

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • nood·rem
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord noodrem noodremmen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

noodrem v/m

  1. mechanisme dat kan zorgen voor een noodstop van een voertuig
    • Als je aan de noodrem trekt zonder dat daar een noodzaak voor is kun je een boete krijgen. 
  2. (figuurlijk)een mechanisme dat kan zorgen dat een ontwikkeling gestopt kan worden als die ontwikkeling minder gunstig is dan verwacht
    • De enige reden dat het IOC niet aan de noodrem trekt, nu het businessmodel van de Spelen op menselijk niveau zo overduidelijk failliet is, is het enorme financiële belang van een kleine groep.Roxane van Iperen NRC 3 augustus 2016 

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be