nieuwslezer
Uiterlijk
- Geluid: nieuwslezer (hulp, bestand)
- nieuws·le·zer
- samenstelling van nieuws zn en lezer zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | nieuwslezer | nieuwslezers |
verkleinwoord | nieuwslezertje | nieuwslezertjes |
de nieuwslezer m
- (communicatie) (beroep) iemand die op radio of televisie het nieuws voorleest
- Philip Bloemendal † (Polygoon-journaal 1946-1986) was een heel beroemde nieuwslezer in Nederland.
- Het woord nieuwslezer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "nieuwslezer" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 11
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Communicatie in het Nederlands
- Beroep in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %