niersteen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • nier·steen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord niersteen nierstenen
verkleinwoord niersteentje niersteentjes

Zelfstandig naamwoord

de niersteenm

  1. een samengroeisel in het nierbekken dat meestal uit urinezuur en urinezure zouten bestaat
    • Hij had last van nierstenen. 
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be