nier
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- nier
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘een orgaan’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1287 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | nier | nieren |
verkleinwoord | niertje | niertjes |
Zelfstandig naamwoord
- (anatomie) een van beide organen in de onderrug die het bloed zuiveren van afvalstoffen en deze uitscheiden in de urine
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
|
Vertalingen
1. een van beide organen in de onderrug die het bloed zuiveren van afvalstoffen en deze uitscheiden in de urine.
Gangbaarheid
- Het woord nier staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "nier" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
Frans
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
nier |
niais |
nié |
eerste groep | volledig |
Werkwoord
nier
- ontkennen; (ver)loochenen.
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 4
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Anatomie in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 98 %
- Woorden in het Frans
- Woorden in het Frans van lengte 4
- Werkwoord in het Frans