nieges
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- nie·ges
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | nieges | areliem |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
Uitdrukkingen en gezegden
- Zich de nieges schamen
Zich diep, erg schamen
stellend | |
---|---|
onverbogen | nieges |
verbogen |
Bijvoeglijk naamwoord
nieges
- (Jiddisch-Hebreeuws) slecht [1], ondeugdelijk
Gangbaarheid
- Het woord nieges staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.