muziekfestival

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Woodstock muziekfestival
Uitspraak
Woordafbreking
  • mu·ziek·fes·ti·val
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord muziekfestival muziekfestivals
verkleinwoord muziekfestivalletje muziekfestivalletjes

Zelfstandig naamwoord

het muziekfestivalo

  1. (muziek) een muzikaal festijn waar verschillende muzikanten optreden voor een groot publiek
    • Op het Zuid-Afrikaanse Oppikoppi streek de voorbije dagen een Belgische delegatie neer die niet enkel de podia bezet. Chokri Mahassine en zijn Pukkelpop-crew genieten volop mee, voor het eerst als mede-eigenaar van het muziekfestival. [1] 
    • De opsporingsdienst tast nog volledig in het duister over het motief van Stephen Paddock (64), die vanuit een hotelkamer het vuur opende op de bezoekers van een muziekfestival. In tien minuten schoot hij 58 mensen dood en nog eens bijna 500 mensen raakten gewond bij het grootste bloedbad uit de moderne Amerikaanse geschiedenis. [2] 
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. de Standaard ZATERDAG 7 OKTOBER 2017
  2. Tubantia 07-oktober-2017