filmfestival

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • film·fes·ti·val
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord filmfestival filmfestivals
verkleinwoord filmfestivalletje filmfestivalletjes

Zelfstandig naamwoord

het filmfestivalo

  1. (filmkunst), (feest) feestelijk evenement waarbij het tonen van films centraal staat
    • Op het vijfde filmfestival van San Francisco is de Nederlandse documentaire „Het Huis" onderscheiden met de eerste prijs in de categorie korte documentaires.[1] 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Provinciale Zeeuwse Courant, 17 november 1961
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be