muursteen
Uiterlijk
- muur·steen
- samenstelling van muur zn en steen zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | muursteen | muurstenen |
verkleinwoord | muursteentje | muursteentjes |
de muursteen m
- (bouwkunde) blok hard materiaal waaruit wanden van gebouwen worden gemaakt
- ▸ Van geschuurde stukjes muursteen, het cement er nog aan, betonijzer en houten balkjes maakt ze speelse broches.[1]
- ▸ 'Ter herinnering aan hen die vielen om het leven van het vaderland te redden', staat op een muursteen met de namen van dertien militairen die door de subversie in de jaren 1973-1977 werden vermoord.[2]
- Het woord 'muursteen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron Dirk Limburg“Een sierschaal uit een gedeukte autodeur snijden” (11 augustus 2006) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron Roel Janssen“Argentijnse leger stelt geschiedenis van de subversie ten toon Montoneros zijn opgeborgen in museum” (3 juli 1982) op nrc.nl
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Bouwkunde in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal