muursteentjes

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • muur·steen·tjes
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de muursteentjesmv

  1. verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord muursteen
     Op een hoekje staat een leuk, karakteristiek pandje met ovalen ramen, gedecoreerd met zachtgele muursteentjes.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 22 maart 2022 Weblink bron
    Karin Kuijpers
    “Bij Noni deel je het eten, maar zoenen mag je er ook” (5 november 2021) op bd.nl op Wikipedia