munter

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  munter    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• mun·ter

Woordherkomst en -opbouw

• naamwoord van handeling van munten met het achtervoegsel -er

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	munter	munters
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de munter m

1. (beroep) iemand die munten slaat
2. (beroep) geldwisselaar

Hyponiemen

• valsmunter, valsemunter

Gangbaarheid

• Het woord munter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "munter" herkend door:

58 %	van de Nederlanders;
62 %	van de Vlamingen.