miskraam

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mis·kraam
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord miskraam miskramen
verkleinwoord miskraampje miskraampjes

Zelfstandig naamwoord

miskraam v [2]

  1. (medisch) te vroege afstoting van een ongeboren vrucht
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen