mestkelder

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mest·kel·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord mestkelder mestkelders
verkleinwoord mestkeldertje mestkeldertjes

Zelfstandig naamwoord

de mestkelderm

  1. (landbouw) ondergrondse opslag voor mest
     De afgelopen maanden deed de geoloog veel bodemonderzoek in de regio, met name op verzoek van boeren die problemen hebben met hun mestkelder. Hij constateert dat veel schade waarschijnlijk wordt veroorzaak door veranderingen in het grondwaterpeil.[1]
     De NMV had op 20 juli het ministerie al gevraagd om een verruiming van de uitrijtermijn, van eind augustus naar midden oktober. "Door gebrek aan duidelijkheid zijn boeren de laatste weken toch mest uit gaan rijden, omdat ze ruimte in de mestkelder moeten hebben voor het seizoen teneinde is", staat in een persbericht.[2]
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 20 december 2021 Weblink bron “'Grondwaterpeil Groningen stijgt schrikbarend door aardbevingen'” (13-09-2016), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 20 december 2021 Weblink bron “LTO wil onderzoek naar droogteschade boeren” (24-08-2018), NOS