meerkat

Een meerkat.

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  meerkat    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• meer·kat

Woordherkomst en -opbouw

• In de betekenis van ‘hondsaap’ voor het eerst aangetroffen in 1477
• samenstelling van  meer  en  kat 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	meerkat	meerkatten
verkleinwoord	meerkatje	meerkatjes

Zelfstandig naamwoord

meerkat v/m

1. één van een aantal Afrikaanse apensoorten uit de Cercopithecus-familie.

Vertalingen

    1. één van een aantal Afrikaanse apensoorten uit de Cercopithecus-familie   

Duits: Meerkatze (de) v Engels: guenon (en), meercat (en)

Zweeds: markattor (sv) Spaans: cercopiteco (es) m

Gangbaarheid

• Het woord meerkat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "meerkat" herkend door:

86 %	van de Nederlanders;
91 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Afrikaans

Uitspraak

• geluid

Een stokstaartje.

Zelfstandig naamwoord

meerkat

1. stokstaartje

Engels

Zelfstandig naamwoord

meerkat

1. stokstaartje