mediapersoonlijkheid

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • me·dia·per·soon·lijk·heid
Woordherkomst en -opbouw
  • samenstelling van  media zn  en  persoonlijkheid zn , in de betekenis van "iemand die op meer manieren langere tijd in de publiciteit is" aangetroffen vanaf 1981 (zie vindplaats hieronder)
enkelvoud meervoud
naamwoord mediapersoonlijkheid mediapersoonlijkheden
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de mediapersoonlijkheidv

  1. (communicatie) persoon die om een bepaalde reden veel publiciteit in communicatiemiddelen krijgt en die aandacht daarna zelfs los van die reden behoudt
     Van gepassioneerd pleitbezorger van typische studentenzaken als huisvesting en rijexamens groeide Hofman de afgelopen jaren uit tot een mediapersoonlijkheid met agendamacht, die er in november 2018 in slaagde de discussie over het kinderpardon naar zijn hand te zetten.[1]
      Hij kwam in 1937 bij de BBC-radio en werd na 1964 de eerste echte journalistieke media-persoonlijkheid, bruikbaar voor alle boodschappen.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 8 april 2022 Weblink bron
    Karel Smouter
    “Tim Hofman en zijn BOOS maken nu de mediamacht boos” (17 januari 2022) op nrc.nl op Wikipedia
  2. Bronlink geraadpleegd op 8 april 2022 Weblink bron
    W. Woltz
    “Een pessimistisch natuurtalent De onaardige dagboeken van Malcolm Muggeridge” (10 april 1981) op nrc.nl op Wikipedia