matriarchaat
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ma·tri·ar·chaat
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘rechtstoestand via de vrouwelijke lijn’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1893 [1]
- afgeleid van matriarch met het achtervoegsel -aat [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | matriarchaat | matriarchaten |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- (juridisch) rechtstoestand waarbij de kinderen de naam van de moeder krijgen en haar goederen erven
- maatschappelijk bestel waarin vrouwen een overheersende rol hebben
Verwante begrippen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord matriarchaat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "matriarchaat" herkend door:
75 % | van de Nederlanders; |
70 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "matriarchaat" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ matriarchaat op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be