marmotten

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Bosmarmot
foto: J. Folmer (juni 2003)
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • mar·mot·ten
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord marmotten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de marmottenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord marmot
  2. meervoudsvorm als officiële benaming (knaagdieren) Marmota op Wikispecies een geslacht uit de familie der eekhoorns (Sciuridae). De naam marmot wordt ook wel gebruikt voor de als huisdier veel gebruikelijkere cavia, maar dit knaagdier is geen marmot. Marmotten komen in Azië, Europa en Noord-Amerika voor
     Ik hoopte stiekem een beer te kunnen zien baden in de rivier, maar was ook wel tevreden met alle herten, eekhoorns, marmotten, vogels en de Amerikaanse adelaar.[1]
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)
Afgeleide begrippen


Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia