maisoogst

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

de maisoogst
Uitspraak
Woordafbreking
  • mais·oogst
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord maisoogst maisoogsten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de maisoogstm

  1. de oogst van mais
    • De maisoogst is weer in volle gang. Maïs is een van de belangrijkste producten van de landbouw in Overijssel en Gelderland. Het snijmais, want daar gaat het om, is superfood voor de koe. Waar die ‘vroeger’ het vooral van gras moest hebben, is mais een steeds belangrijker ingrediënt geworden voor de melkproductie. Die opmars vindt sinds het begin van de jaren vijftig plaats.[1] 
    • Politie, justitie en boerenbond werken in Limburg al jaren samen in het als succesvol omschreven hennepbestrijdingsproject. Want criminelen bleken na de eeuwwisseling steeds vaker stukken maisakker te kraken: hennepplanten stiekem tussen de manshoge maïs laten meegroeien en ze net voor de maisoogst oogsten.[2] 
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Tubantia Sander van Walsum 15 oktober 2017
  2. Volkskrant Peter de Graaf 18 mei 2017