Naar inhoud springen

macromolecuul

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ma·cro·mo·le·cuul
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord macromolecuul macromoleculen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

macromolecuul

  1. (natuurkunde) (scheikunde) een molecuul met een relatief hoge moleculaire massa (meer dan 1000 atomen)
    • Een stukje zuiver diamant kan worden beschouwd als een macromolecuul.[1] 
Synoniemen
Vertalingen


Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen