macromoleculen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ma·cro·mo·le·cu·len
Zelfstandig naamwoord
de macromoleculen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord macromolecule
- meervoud van het zelfstandig naamwoord macromolecuul
Synoniemen
- [1] macromolecules