maakt wijs

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • maakt wijs
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
wijsmaken

maakt (…) wijs

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wijsmaken
    • Jij maakt wijs. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wijsmaken
    • Hij maakt wijs. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van wijsmaken
    • Maakt wijs! 

Gangbaarheid