maakt
Uiterlijk
- maakt
vervoeging van |
---|
maken |
maakt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van maken
- Jij maakt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van maken
- Hij maakt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van maken
- Maakt!
- een benauwde kat maakt rare sprongen
iemand in nood doet vreemde dingen
- een kat in het nauw maakt rare sprongen
- maakt niet uit
is niet van belang
- • ‘Maakt niet uit, we eten slang vanavond.’ Hij wees naar het vuur waarop de vanmiddag gevangen slang lag te bakken. [1]
- ↑ Tim Voors: Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada, 2018