maakt schoon

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • maakt schoon
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
schoonmaken

maakt (…) schoon

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schoonmaken
    • Jij maakt schoon. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schoonmaken
    • Hij maakt schoon. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van schoonmaken
    • Maakt schoon! 

Gangbaarheid