maakt mee

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • maakt mee
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
meemaken

maakt mee

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meemaken
    • Jij maakt mee. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meemaken
    • Hij maakt mee. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van meemaken
    • Maakt mee! 

Gangbaarheid