luister
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- luis·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | luister | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
luister m
- straling, schitteringen, flonkering
- De luister van de kerstmarkt is de trots van de stad Keulen.
- ▸ Meneer Wang heeft nadrukkelijk verklaard dat het in zijn intenties ligt het hotel in zijn oude luister te herstellen, waarbij de financiële armslag waarover hij naar het zich laat aanzien beschikt zeer zeker van pas zal komen.[3]
- gekendheid, aanzien, roem
- De luister van de Harry Potter-sterren is ongeëvenaard.
Vertalingen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
luisteren |
luister
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van luisteren
- Ik luister.
- gebiedende wijs van luisteren
- Luister!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van luisteren
- Luister je?
Gangbaarheid
- Het woord luister staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "luister" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
- ↑ "luister" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ luister op website: Etymologiebank.nl
- ↑ “Grand Hotel Europa” (2018), , ISBN 978-90-295-2622-7, p. 16
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Bezieldheid: niet geanimeerd
- Metadomein: abstract
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %