Naar inhoud springen

logorroe

Uit WikiWoordenboek

lo·gor·roe

enkelvoud meervoud
naamwoord logorroe -
verkleinwoord - -

de logorroev / m

  1. (medisch) (verouderd) op een gewone toonhoogte alsmaar snel, maar onsamenhangend blijven praten als gevolg van een neurologische of geestelijke stoornis
    • Terwijl de korte gedichten hun gestoken karakter ontlenen aan de weglating van lidwoorden en adjectieven bewegen de verhalen en zangen zich op het ritme van rhetorische [sic!] perioden die, breed gestoffeerd met attributen en bepalingen, de stijl tot een logorroe ontbinden. [1]