logorrhea

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking

lo·gor·rhea

Woordherkomst en -opbouw
  • van Amerikaans Engels logorrhea, in de betekenis "ziekelijke, onsamenhangende woordenvloed" aangetroffen vanaf 1938 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord logorrhea -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de logorrheav / m

  1. (medisch) (verouderd) geestelijke stoornis waardoor je op een gewone toonhoogte alsmaar snel, maar onsamenhangend blijft praten
    • Boven op deze narcistische stoornis leed Harry aan logorrhea, een abnormaal snelle woordenstroom, die volgens Evans 'niet kenmerkend is voor een gezonde geest'. [2]
Synoniemen

Gangbaarheid

8 % van de Nederlanders;
13 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen