liepen op
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- lie·pen op
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
oplopen |
liepen (…) op
- meervoud verleden tijd van oplopen
- Wij liepen op.
- Jullie liepen op.
- Zij liepen op.
- Wij liepen op.
Gangbaarheid
- Het woord liepen op staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.