levenmaker
Uiterlijk
- Geluid: levenmaker (hulp, bestand)
- le·ven·ma·ker
- samenstelling van leven zn en maker zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | levenmaker | levenmakers |
verkleinwoord |
- persoon die een hoop drukte veroorzaakt
- Het woord levenmaker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.