lelieloper
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: lelieloper (hulp, bestand)
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- le·lie·lo·per
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van lelie zn en loper zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lelieloper | lelielopers |
verkleinwoord | lelielopertje | lelielopertjes |
Zelfstandig naamwoord
de lelieloper m
- (steltloperachtigen) Actophilornis africanus een watervogel die herkenbaar is aan zijn lange poten en tenen die hem in staat stellen op drijvende waterplanten te lopen in de ondiepe meren waar de soort bij voorkeur leeft. De lelieloper broedt in grote delen van Afrika ten zuiden van de Sahara
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'lelieloper' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.